Type and press Enter.

Diginews 07: Een extra inspiratiebron voor journalistiek (2)

Blogs zijn oninteressante, slecht geschreven persoonlijke dagboeken waar niemand in geïnteresseerd is. Dat was de afgelopen jaren de heersende opvatting, ook in het journaille. En voor 95 procent van de blogs is dat ook juist. Maar die laatste vijf procent vertegenwoordigen nog steeds enorme absolute aantallen, enorm veel kennis en enorm veel macht. Alleen hanteren ze een andere werkwijze, een ander podium en een andere definitie van nieuws dan journalistiek.

Ten eerste is de nieuwsdrempel wat lager, maar dat mag. Het gaat immers over specialistische onderwerpen en je kunt veronderstellen dat de lezer bovenmatig geïnteresseerd is, ook als het om wat minder groot nieuws gaat. Een belangrijker verschil met de reguliere stukjesschrijvers is dat bloggers zich openstellen voor hun publiek. Dat kan schelden over-en-weer opleveren, maar vaak genoeg ook hele bruikbare tips om een onderwerp verder uit te diepen. Het leidt de blogs richting prachtige scoops, al dan niet in samenwerking met de gebruiker. In de Amerikaanse verkiezingsrace zal het medium toonaangevend zijn vanwege het gezag van sommige commentatoren én de saillante feiten die over sommige kandidaten naar boven gehaald zullen worden.

Dát is de rechtvaardiging om blogs als journalist serieus te nemen. Sterker nog: het is een regelrechte concurrent, die de functie van kranten als nieuwsmakers en opinieleiders dreigt te ondermijnen. Het nieuws vorige week dat Google de aanval opent op Facebook, lekte al maanden eerder door in de blogosphere en werd uiteindelijk als eerste bevestigd door TechCrunch. Daarom is het zo belangrijk om de vele bruikbare nieuwtjes die op het web te vinden zijn te ontdekken als verslaggever, en het vervolgens publiceren op een manier die een moderne nieuwsconsument ook aanspreekt: blogs, inderdaad. Dat was de essentie van het vorige week gepresenteerde driestromenmodel, waarin internet een derde bron wordt voor verhalen (naast eigen research en eigen contacten). Maar hoe ziet dat er in de praktijk nou uit?

De tijd dat redacties pas rond tien uur ‘s ochtends volstromen is voorbij. De webredactie begint om 7.00 uur met het grootste nieuws van de voorgaande nacht en de ochtendkrant online te zetten. De rest van de redactie is voortaan georganiseerd in kleine, specialistische eilanden: groepjes van zo’n vijf personen die onderwerpen volgen zoals onderwijs, milieu, showbizz, film, popmuziek, EU, binnenlandse politiek, voetbal, telefonie, internet, Amerika. Elk groepje zorgt dat om kwart voor acht in de ochtend er iemand op de redactie is om het laatste nieuws op hun eigen specialisme te scannen. Een kwartier later is het de ochtendvergadering online: wat zijn de bijzonderheden, op welke onderwerpen komt de nadruk te leggen en waar moeten de afdelingen graphics en video voor ingeschakeld worden?
De coördinatoren van de verschillende eilandjes beginnen vervolgens de hele dag items te produceren. Aan de hand van de persbureaus, aan de hand van blogs, van eigen research. Onderwerpen die meer tijd nodig hebben, kunnen gedaan worden door collega’s. Die zijn ook verantwoordelijk voor columns, opiniestukken, ga zo maar door. De coördinator ondertussen bekijkt de feedback van lezers en handelt die ook af. Bij belangrijk nieuws seint hij de chef internet in, die als ‘poortwachter’ van de voorpagina van de site fungeert. Ook bepaalt hij bij breaking news of dat doorgeplaatst wordt op andere platforms, zoals sms, e-mail, mobieltjes en tv-schermen op stations en in treinen. Precies zoals Paul Bradshaw beschreef in zijn diamant-theorie, die erg bruikbaar is bij groot nieuws.

Alleen op deze manier, door heel vroeg te beginnen, kan de redactie vóór 9.00 uur afdoende materiaal produceren. Op dat moment komt de eerste grote bezoekersgolf en die rolt de hele dag door, tot 23.00 uur. Net als de journalisten, in een tweeploegendienst. Die later op de dag meer ruimte bieden voor opinie, achtergrond en video: het zijn nieuwsstromen die meer productietijd nodig hebben én beter passen bij de avonduren, wanneer de bezoekers meer tijd hebben voor ontspanning en achtergrond.
De rest van de eilandbevolking kan gewoon om half tien of later in de ochtend beginnen. Over het papieren product wordt in de ochtend kort en in klein comité vergaderd (ter evaluatie en om nieuwe ideeën te genereren), een bijeenkomst waarover dagelijks geblogd wordt zoals The Guardian doet, zodat de krant zich kan verantwoorden richting lezers. In de vooravond wordt in grote lijnen de krant van de ochtend erna vastgesteld én wordt geëvalueerd hoe de online producten van de lopende dag er uit zagen en uit gaan zien. Inderdaad, weer reden voor een blog post. En jazeker, het wordt een stuk harder werken, soms tot laat in de avond. Maar het wordt ook sneller, uitdagender én persoonlijker. Wie in die ontwikkeling niet mee wil, heeft geen toekomst in de journalistiek.

Links:
The Guardian blog
Foto Telegraph Newsroom
TechCrunch
Paul Bradshaw Diamond Model