Het was een bizar toeval, dat twee regisseurs op hetzelfde moment aan de slag gingen met het levensverhaal van schrijver/journalist Truman Capote. Die vond in de jaren zestig hoogstpersoonlijk het faction-genre uit: de vermening van feiten en fictie.
In Cold Blood heet het standaardwerk. Capote kwam op het idee toen hij in de krant een berichtje las van een gezin dat op het Amerikaanse platteland vermoord was. Daar zit een verhaal in, realiseerde de auteur zich. Hij toog naar Kansas en na jaren van inspanningen kwam hij met zijn boek op de proppen.
De film Capote ging over die periode in zij leven. Het net verschenen Infamous gaat daar ook over. Vergelijken is onontkoombaar. In Infamous lijkt de opper-relnicht Capote aanvankelijk meer karikaturaal neergezet te worden. Maar gaandeweg wordt het verhaal serieuzer en wordt het dilemma van de schrijver duidelijk: hij raakt steeds meer persoonlijk betrokken bij de daders, met een van hen ontstaat er zelfs een zwaar erotische spanning (prachtige rol van Daniel ‘James Bond’ Craig trouwens). Aan de andere kant wordt duidelijk dat Capote de gebeurtenissen niet alleen regisseert maar deels ook registreert en zichzelf mooier voordoet dan hij is.
Juist dat element ontbrak in de vorige film. Die liet de erotische spanning weg en portretteerde de auteur net iets onschuldiger. De film Capote focuste zich iets meer op de feiten en de gruwelijke moord. Dat had de schrijver ook moeten doen…