Waar U2 de motivatie vandaan haalt om onverdroten door te gaan? Omdat we het nieuwe bands als Coldplay verdomd moeilijk willen blijven maken, vertelde zanger Bono pas nog. Die concurrentie kan de borst nat maken: met een intense show legde de band gisteren bij de start van de Vertigo Tour in San Diego de lat weer enorm hoog.
Bijna dertig jaar bestaan ze nu al. Ze moesten concurreren met de Rolling Stones, Michael Jackson, Madonna, REM. of Britney Spears. Maar U2 is van al die mega-acts zo ongeveer de enige die nog steeds platen van importantie maakt.
Eerder deze maand kreeg de groep een plek in de Rock n Roll Hall of Fame. Meestal is dat een teken dat de carriere op zijn retour is. Hoe anders is dat bij het Ierse kwartet: het laatste album How to dismantle an atomic bomb vat de beste elementen uit hun loopbaan samen en staat hoog in de lijsten van critici.
Maar meer nog dan met zijn studioplaten heeft U2 als live-act een reputatie hoog te houden. Met de Zoo TV Tour (een multimediaal spektakel) en PopMart (een glittershow die volledig over-the-top was) verlegde het de grenzen van stadionconcerten. In 2001 ging het op de Elevation Tour back-to-basics in sporthallen, waar de band weer tastbaar dicht bij de toeschouwers kwam.
Zulke inventiviteit was gisteren helaas niet te bespeuren. Het podium was vrijwel een kopie van Elevation. Alleen stonden de trouwste fans deze keer niet in een hart- maar eivormig podium. Het is te hopen dat de band straks in Europa, waar het enkel in stadions speelt, wel met wat nieuws op de proppen komt.
Relatief weinig visueel spektakel dus, maar daarvoor in de plaats vlamde U2 muzikaal zoals het in jaren niet deed. De vier mannen in het zwart rockten vanaf opener City of blinding lights, straks de nieuwe single in Nederland, twee uur lang bijna onophoudelijk door.
Het volgende nummer is uit onze begintijd, zo introduceerde Bono het stokoude Electric Co, van het eerste album uit 1980. U2 speelde vaak ook met de intensiteit uit die periode. Alsof het in een zweterige club zich nog moest bewijzen, in plaats van in de met 14.000 man uitverkochte Sports Arena. Vooral de nieuwe nummers klonken enorm intens. Bij het trage Sometimes you cant make it on your own, over zijn overleden vader, leek Bono bijna te moeten huilen. De overstuurde voodoo-blues van Love And Peace Or Else deed halverwege de hal definitief overkoken.
In dat nummer drumde de zanger een stuk, geblinddoekt nog wel. Het was een van de momenten dat de wereldverbeteraar in hem weer naar boven kwam. In Pride ontpopte hij zich zelfs even als de nieuwe Martin Luther King. En in Running to stand still kwam op de videoschermen de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens voorbij.
Gelukkig kreeg Bono de Messias niet de overhand. Omdat de band na alle goedbedoelde boodschappen onverdroten verder walste. Met het slordig uitgevoerde Zoo Station bijvoorbeeld. Het was een van de gedurfde grepen uit het eigen repertoire. Zo kwam zelfs het onbekende An Cat Dubh voorbij. Gewaagd, maar het gaf de band zelfs na drie decennia nog steeds een jeugdige energie.
Geen automatische piloot dus. Omdat U2 de grootste band ter wereld wil blijven. Met de Vertigo Tour, een verfrissende mix van oud en nieuw werk, gaat dat ongetwijfeld lukken. Daar kan geen Coldplay tegenop.