Type and press Enter.

Depeche Mode is terug bij begin

Bestaan die nog, Depeche Mode? Het is een veelgehoorde vraag. Die bevestigend beantwoord kan worden, omdat ze bijvoorbeeld weer aan een stadiontour beginnen. Maar in creatief opzicht lijkt het trio een doodlopende weg in geslagen.

De vorige plaat Playing The Angel straalde nog vitaliteit uit. Soms lekker harde gitaren, een aantal goede songs, er leek nog steeds beweging en spelvreugde in te zitten. Misschien ook omdat zanger Dave Gahan voor het eerst ook nummers bijdroeg en de concurrentie vaste songschrijver Martin L. Gore wel goed deed.

Synthpop
Nu is Sounds of the Universe door het trio afgeleverd. Wie had gehoopt op continuering van de frisse aanpak van de voorganger, zal alleen maar teleurgesteld worden. Het is zelfs extremer: het synthpopbandje dat Depeche Mode ooit was, zonder live drummer, lijkt weer terug. De beats klinken zo prefab en de synths zijn zo overheersend (en helaas ook tamelijk cheesy) dat de jaren 80 weer erg dichtbij klinken.
Op opener In Chains is nog te horen dat de band in die drie decennia het een en ander heeft bijgeleerd qua geluidskunst. Productioneel is het allemaal sowieso van hoog niveau. Maar nadat het aanvankelijk nog jeukt en kriebelt, onder andere in de redelijke single Wrong, dooft het vuur erg snel.

Te vrijblijvend
Het vuurtje wil eigenlijk nooit echt goed ontbranden. Luister naar Hole to feed en je denkt aan Deeper en deeper, een vet nummer op de tweede soloplaat van Dave Gahan. Alleen was dat nummer beter dan de nieuwe Depeche Mode. Die ontbeert het gewoon aan sterke songs.
Nee, dramatisch slecht is het niet. Maar het is te vrijblijvend, te kabbelend. Kale beats, synthesizers erover heen, alleen als Gahan agressie toont in zijn vocalen wordt de aandacht van de luisteraar getrokken. De echte zielepijn, zoals bijvoorbeeld te horen op het gevaarlijke Ultra, is echter verdwenen. Hopelijk niet voor eeuwig.