Type and press Enter.

Boze geesten van Berlijn

Foto Bas TimmersDe S-Bahn stopte bij Storkower Strasse. Aan de ene kant van het station was een grote vlakte, met her en der nog vervallen fabrieksgebouwen en een gloednieuwe Penny-markt. Aan de andere zijde stonden hoge flats, die door de kleurrijke beschildering een vergeefse poging tot vrolijkheid deden. In het grijze novemberweer maakte ik die dag een lange wandeling door het oosten van Berlijn, at als lunch al een rijkelijk gepaneerde schnitzel en dook in de avonduren onder in de donkere kant van de stad.

Marilyn Manson trad er namelijk op. Hij had net een plaat gemaakt over de decadente jaren twintig in de stad, The Golden Age of Grotesque. Geen plek ook waar deze Amerikaan beter op zijn plek is. Overal zie je gothics lopen, vaak met make-up. nog vaker lurkend aan een flesje bier. En als ze een hond bij hebben, zijn het zwervers.
Maar vaker zijn het simpelweg liefhebbers van knalharde, kille gitaarmuziek. Geen wonder dat Rammstein hier ontstond. Typisch Oost-Berlijn. Ja, de tweedeling is er nog steeds. Al is hij aan het vervagen. De grote shopping centers staan nu ook, of eigenlijk vooral, in Lichterfelde en andere plekken waar het communisme twee decennia geleden nog leidraad was. Met grote spoed probeert Berlijn de tweedeling te vergeten, en weer een pijnlijk hoofdstuk uit de eigen geschiedenis te verwerken. Te dromen van de toekomst.

Boze geesten
Dat proces wordt prachtig beschreven in het boek Boze geesten van Berlijn (onder andere te koop bij Bol) van collega Philippe Remarque. Tegenwoordig is hij correspondent van de Volkskrant in Washington, maar tussen 2001 en 2005 vertoefde hij voor de krant in Berlijn.
Hij dook in het leven van de stad en ontleedde Berlijn beetje bij beetje in een werk, dat vooral geen reisboek mag heten. Remarque verhaalt over de moeizame renovatie van de Rijksdag, of het Holocaust-monument. Want Berlijners houden van discussiëren, en streven vooral géén compromis na, lijkt het adagium van het boek.

Anekdotes
Aan de hand van talloze anekdotes illustreert hij hoe de geschiedenis nog voortleeft in mensen. De een raakte familie kwijt in Auschwitz, een ander zijn huis of zijn grote liefde. Ondertussen worden jonge generaties, tegen wil en dank, belast met het verleden. Het is niet altijd even makkelijk om Duitser te zijn, wil Remarque maar zeggen.
Nog minder makkelijk is het om Berlijner te zijn, lijkt het soms. De verwachte economische boom na de val van de muur bleef uit. Het werkloosheidscijfer is hoog, de armoede wordt er niet verborgen. De stad is failliet maar wil wel bouwen aan de toekomst. Dat is een lastige spagaat, misschien is het ook wel het nastreven van een illusie.

Energie
Maar het enige waar het prachtige boek niet in slaagt, is de energie van die vooruitgang te vangen. Berlijners voelen zich geen Duitsers. Ze voelen zich anders. Ze zijn vooral ook jonger, en iedereen die ooit in de stad is geweest voelt de vitaliteit en creativiteit zelfs door de Storkower Strasse stromen.