Type and press Enter.

Durven mislukken en de digitale journalist

Ik hoef op deze plek niet meer uit te leggen waar goede ideeën vandaan komen. De onvolprezen Steven Berlin Johnson deed dat al in zijn geweldige nieuwe boek, en oud-collega Geert-Jan Bogaerts blogde daar al over. Wat interessanter is: leg zijn bevindingen eens over de huidige journalistiek heen. Wat leert mij dat, in mijn pogingen toekomstbestendig te zijn en een Next Generation Journalist te worden?

Johnson onderscheidde een aantal factoren waardoor goede ideeën tot stand komen:
1 liquide netwerk: er moet een vrije uitwisseling van ideeën mogelijk zijn. Binnen een organisatie, maar liever ook nog tussen concurrenten. Omdat uiteindelijk iedereen er beter van wordt. Mediabedrijven zijn juist naar binnen gekeerd. Goede ideeën vertalen zich wel in journalistieke verhalen, maar niet in innovatie. De NOS doet nu een voorzichtige poging voor meer invloed van buitenaf via NOS Net. Christian van Thillo van De Persgroep gaat regelmatig op bezoek bij buitenlandse branchegenoten om ideeën op te doen. En ruim een jaar geleden zat ik namens de Volkskrant een ochtend om tafel met collegae van NRC, Telegraaf, Brabants Dagblad en van Business University Nijenrode om te praten over digitale ontwikkelingen binnen mediabedrijven. Op een open, inspirerende, herkenbare en collegiale manier op instigatie van De Uitgeeffabriek. Zo kan het dus ook, maar het gebeurt te weinig.

2 platform: een stimulerende omgeving. Ook fysiek. Googleplex is natuurlijk wereldberoemd, maar dat is meer dan een gebouw: de medewerkers van Google moeten twintig procent van hun werktijd besteden aan het realiseren van eigen ideeën. Op de redactie van The Guardian zag ik vorig jaar december dat ze rond de koffie-automaat, die van exquise kwaliteit was, een lange hoge tafel met barkrukken hadden gemaakt waar je via wifi gewoon kon werken. En als het NRC inderdaad in hartje Den Haag komt te zitten, met een soort mediacafé waar ook niet-medewerkers lekkere koffie kunnen drinken, dan is dat een stuk inspirerender dan bijvoorbeeld in een lelijk gebouw zitten op een industrieterrein in Rotterdam-Alexander. Of Amsterdam-Sloterdijk.

3 exaptatie: een voorwerp of dienst ontwerp je voor een bepaalde functie, maar blijkt ook andere functies te kunnen hebben. Even een flauw grapje (en voorbeeld) tussendoor: de krant is bedoeld voor nieuws, maar is ook uitstekend geschikt om vis in te verpakken. In de mediawereld lijkt exaptatie nauwelijks voor te komen. Contentsyndicatie komt in de buurt, maar breekt nauwelijks door. Het betekent dat je al het economisch nieuws uit de Volkskrant bundelt en verkoopt aan bijvoorbeeld institutionele beleggers. Lexis Nexis heeft hier het monopolie vooralsnog.

4 serendipiteit: door min of meer toeval op ideeën komen. Laat ik hier volstaan met de constatering dat in tien jaar tijd het medialandschap compleet is veranderd. PCM en de Telegraaf zijn nog steeds groot, maar in de digitale wereld compleet overvleugeld door Google, MSN en andere spelers. De traditionele mediabedrijven zijn trendvolgers geworden, in plaats van trendsetters. Hyves kopen, in plaats van het zelf opzetten.

5 fouten maken: misschien nog wel de belangrijkste les van Johnson is dat je fouten moet durven maken om uiteindelijk iets bruikbaars te creëren. Continu zoeken naar nieuwe verdienmodellen, zoals MediaCafe (tegenwoordig RevSquare geheten) bijvoorbeeld doet. Ander voorbeeld: GeenStijl, dat ontstond omdat Telegraaf-man Dominique Weesie een idee had en dat op een goedkope manier ging uitwerken.
Geert-Jan Bogaerts constateerde hetzelfde recent in zijn column in de Volkskrant. Dat Rupert Murdoch wel gek lijkt, maar hij probeert tenminste dingen. Hij innoveert, door eerst met The Times een betaalmuur voor de internetsite te zetten en nu met The Daily samen met Steve Jobs van Apple een nieuwsapp te maken voor de iPad.
Wel zou ik er een les aan toe willen voegen: het hoeft niet zo veel geld te kosten op internet. Probeer iets, en als het aanslaat kun je altijd slijpen en schaven. Zoals Ernst-Jan Pfauth het nu als chef internet probeert bij NRC. En niet zoals het beruchte PIM-project begin jaren nul bij PCM, dat miljoenen kostte en een drama werd.
En niet om mijn gelijk te halen, maar al twee jaar geleden hadden we bij VK Online een plan klaarliggen voor een hyperlokale site, met minimale investeringen. De Telegraaf probeert het nu, al heb ik als buitenstaander de indruk dat ook dat een stuk goedkoper zou kunnen.

Oplossingen heb ik niet meteen, maar ik probeer voor mijzelf wel de omstandigheden te creëren waardoor ik min of meer per toeval die oplossingen zou kunnen bedenken. Het Lowlands-nieuwsblog Lowlove was en is voor de lol, maar we leren er ook veel van (unieke content is cruciaal, ga de dialoog aan met je publiek, ben authentiek, gebruiksgemak gaat boven alles). Met Tekstacademie en vooral Project Nero proberen we communicatiemedewerkers en journalisten toekomstbestendig te maken. Met Filmvitamines, wat een overzicht biedt van filmrecensies, probeer ik hobby en werk te combineren. En samen met anderen bedenk, ontwerp en bouw ik sites en applicaties, waar ik binnenkort wat meer over zal vertellen.

Te veel activiteiten? Misschien wel. Maar ik probeer het in ieder geval, tegen lage kosten en in allerlei (verschillende!) creatieve omgevingen. Wat ik leer, probeer ik te delen met anderen. Zodat we samen beter worden. Naar de opvattingen van Steven Berlin Johnson.