Type and press Enter.

Nieuwe cd Get Well Soon: zo jong, zo oud

Moet je het leven al grotendeels geleefd hebben om een doorleefde plaat te kunnen maken? Je zou het bijna denken als je de inmiddels overleden veteraan Johnny Cash op zijn American Recordings-platen hoort. Maar de relatieve nieuwkomers Arcade Fire en Get Well Soon bewijzen dat rijpheid geen ouderdom vereist.

In 2010 komen beide groepen met nieuw plaatwerk. Arcade Fire in de zomer, Get Well Soon bracht inmiddels Vexations uit. En als één ding daarop duidelijk wordt, is het dat de vergelijking tussen de twee bands langzaam scheef begint te lopen. Waar Win Butler zijn Arcade Fire laat klinken als door de duivel gekweld, laat Konstantin Gropper (27) zijn Get Well Soon klinken als het minder opstandige broertje: donkerder, berustender, minder gejaagd. Maar ook van een tijdloze schoonheid.

Grillig debuut
Gropper is het creatieve brein achter de Duitse groep. De zoon van een muziekleraar bespeelde op debuutplaat Rest Now Weary Head vrijwel alle instrumenten zelf. Het was een grillige, melancholieke plaat. Een beetje rusteloos ook, alsof de in Berlijn woonachtige oud-filosofiestudent nog op zoek was naar de definitieve vorm voor zijn muziek.
Op Vexations zijn die scherpe kantjes verdwenen. Enerzijds jammer, omdat daardoor het onvoorspelbaardere en hardere deel van de muziek is verdwenen. Maar daarvoor in de plaats is een veel organischer sound gekomen. Vexations is een eenheid van veertien liedjes. Gropper zelf noemt het zelfs een heuse conceptplaat: een verhaal met een begin, middenstuk en een eind over hoe stoïcijns de huidige samenleving is.

Ambitieus
Dat is ambitieus, en zo klinkt de muziek ook. Driekwart van de plaat is groots en orkestraal. In het boekje staan bij de credits liefst negentien muzikanten: Gropper hoeft en kan kennelijk niet altijd meer zelf alle partijen in te spelen.
Als al die muzikanten tegelijk los gaan (Seneca’s Silence of 5 Steps, 7 Swords) waan je je in de Middeleeuwen, op handelsschepen waar de reizigers samen musiceerden en zongen. De koortjes krijgen de vrije ruimte, Gropper zelf laat zijn bariton daaromheen dwarrelen als sneeuwvlokjes. In We Are Ghosts leidt dat tot een adembenemende compositie, die doet denken aan The Flaming Lips.
Die bariton van de zanger is tegelijkertijd het zwakke punt van Vexations. Die stem ontbeert namelijk urgentie. En omdat Gropper muzikaal ook vaak in midtempo blijft hangen, zijn de songs soms te vrijblijvend en dreigen ze soms saai en eenvormig te worden.

Minder is meer
Hij beseft het misschien zelf niet, en daar toont zich dan nog het gebrek aan levenservaring, maar ‘minder is vaak meer’, zoals ook Johnny Cash ontdekte. Op de momenten dat Gropper de muzikale begeleiding reduceert tot een tokkelend akoestisch gitaartje of een weemoedige viool (Red Nose Day, That Love, We Are The Roman Empire), wordt je als luisteraar pas echt recht in het hart geraakt. Zijn stem is ineens ijl en kwetsbaar, de liedjes magistrale miniatuurtjes van eindeloze schoonheid. Als je dat kunt maken op die leeftijd, wat mogen we dan nog in de toekomst verwachten?

[audio:getwellsoon_rednoseday.mp3]
[audio:getwellsoon_weareghosts.mp3]