Type and press Enter.

In Bruges: misdaadkomedie op maat

Het lijkt wel of Britten een patent hebben op zwartgallige misdaadkomedies. De onderkoelde, cynische humor van bijvoorbeeld Snatch en Lock, Stock and Two Smoking Barrels (van Guy Ritchie) combineert erg fijn met het kille geweld. Op dat principe is ook In Bruges, de debuutfilm van regisseur Martin McDonagh, gebaseerd.

‘Wat een kutstad’, foetert huurmoordenaar Ray (Colin Farrell) als hij vanuit het station Brugge in wandelt. De Ierse huurmoordenaar blijft twee uur lang foeteren, want hij is niet geïnteresseerd in de oude stad. Slechts bier en vrouwen kunnen op zijn belangstelling rekenen.
Daarmee is hij het tegenbeeld van partner in crime Brendan Gleeson. Die geniet wel van de kunst en cultuur in Brugge. Al is hij daar net zo onvrijwillig als Ray: ze hebben een klus verknald en moeten van hun opdrachtgever Harry vluchten naar België.
De rustige, oude, bedaarde man versus de jonge hond: het uitgangspunt is tamelijk oppervlakkig. Veel diepte krijgen de karakters van Ray en Ken ook niet mee. Ze vloeken en mopperen wat op elkaar zoals mannen onder elkaar doen, drinken samen een pint en ondergaan hun lijden.

Is dat gebrek aan diepte erg? Niet per se. De humor is namelijk niet intelligent subtiel, maar cynisch en soms hilarisch. Te lachen valt er dus genoeg in In Bruges, dat gaandeweg wel steeds zwaarder en donkerder wordt. Want, zoals de door Ralph Fiennes uitmuntend gespeelde Harry aan het eind zegt, ‘je moet je wel aan je principes houden’. Dat is dan weer net iets te veel boodschap voor In Bruges, dat gewoon een onderhoudende gangsterkomedie is.