Type and press Enter.

Dichter bij Ian Curtis

Foto Maria RomijnIk heb altijd een wat ambivalent gevoel gehad bij tribute bands. Het is nog net geen lijkenpikkerij, maar vaak toch wel een poging om de glamour van anderen op jezelf af te laten stralen. Kitscherig en een beetje identiteitsloos, want de meeste tributes proberen qua muziek en qua uiterlijk zo veel mogelijk op het origineel te lijken.
Logisch, daar komt het publiek voor, maar vaak zijn én de muziek én het uiterlijk net te anders om een echt goede kopie te zijn. Dus had ik nooit zoveel op met dit soort groepen. Tot afgelopen vrijdag Colser to Curtis optrad in de Ekko in Utrecht, als onderdeel van een Hacienda-avond, de legendarische club in Manchester waar Joy Division en andere bands groot werden.
De vier heren hadden nog wel dezelfde kleren aangetrokken als Joy Division, maar verder geen al te rare fratsen uitgehaald qua uiterlijk. Het was sober, zoals het bij een tribute aan deze new wave-grootheden hoort. Maar wat echt angstaanjagend was, was het geluid: deed je ogen even dicht en je waande je in het Engeland van eind jaren zeventig.
Een beetje morbide was het wel. De zang leek zo akelig veel op die van Ian Curtis, dat je bijna dacht dat hij bijna dertig jaar geleden geen zelfmoord had gepleegd en stiekem op het podium in Utrecht was gekropen. De motoriek van zijn dubbelganger was iets minder epileptisch, maar verder was het muzikaal perfect zonder ook maar ooit potsierlijk of kitscherig te worden. Eindelijk een eerbetoon op maat.