Type and press Enter.

Wake up dead man

Het gebeurt niet vaak dat albums postuum worden uitgebracht. Nog zeldzamer is het dat het werkje enige kwaliteit blijkt te herbergen. Meestal gaat het immers om later ontdekte B-kantjes, work in progress of materiaal dat de artiesten in kwestie niet goed genoeg vonden. Zo niet bij Johnny Cash.
The Man in Black overleed in september 2003, maar medio vorig jaar verscheen nog het vijfde deel uit de American Recordings-reeks. Daarin vertolkt Cash vooral nummers van anderen (zijn versies van Hurt van Nine Inch Nails en van Depeche Mode’s Personal Jesus zijn legendarisch), maar ook eigen werk. Gemene deler: met zijn donkere stem bezingt hij, slechts begeleid door een akoestische gitaar, het leven op indringende wijze.
Zijn dood geeft deel vijf (getiteld A hundred highways) nog een extra lading. Het is alsof de zanger zijn eigen naderende overlijden al beschouwt. I’m free from the chain gang, klinkt het, en Cash lijkt er vrede mee te hebben. Zijn leven was goed, lispelt hij, omdat de liefde soms goed voor hem was. Dat zijn stem niet meer zo vast is als vroeger verhoogt het dramatisch effect alleen maar. Cash lijkt met zijn laatste adem te zingen. Als de geruchten kloppen dan is dat niet zo, want Rubin (nu in de studio met U2) schijnt nog minstens één plaat meer met hem opgenomen te hebben. Het zou mooi zijn, want het fascinerende A hundred highways doet verlangen naar nog meer.