Type and press Enter.

Sigur Ros

Sigur Ros in een voormalige kerk, kan het nog toepasselijker? Sacraal, haast hemels speelde het IJslandse viertal gisteravond in Paradiso in Amsterdam. Een van de beste optredens die ik tot nu toe in mijn leven gezien heb, en dat wil toch echt wat zeggen.
Voor wie Sigur Ros nog niet kent: het kwartet maakt haast kinderlijk naieve sprookjesliedjes. In een onverstaanbare variant van het IJslands, gezongen door voorman Jonsi, die gezegend is met een unieke, engelachtige stem. En die, net als de rest van de band, een beetje autistisch lijkt. Of in elk geval zwaar verlegen.
Voor een gezellig praatje hoef je dus niet bij Sigur Ros te zijn, noch voor een innig contact met het publiek. Maar het viertal liet de toeschouwers geen seconde los. Waar een jaartje of drie terug in de Melkweg de concentratie nog wel eens wilde verslappen bij het gehoor, was daar gisteren geen moment sprake van.
Net als de vorige keer had Sigur Ros een kwartet strijkers meegenomen. Ze veranderden het geluid van de band wanneer ze wilden binnen de kortste keren van emotioneel melancholiek naar een overdonderende wall of sound.
Haast had de band ook deze keer niet. Een nummer of twaalf in honderd minuten, punk is anders. Maar vrijwel elke song kent een ijzersterke opbouw. Opvallend was dat sommige nieuwe nummers, van het binnenkort te verschijnen album Takk, nu al een onuitwisbare indruk achterlieten. Prijsnummer Svefn-g-Englar, van het doorbraakalbum Agaetis Byrjun, was van een onvergetelijke schoonheid. Ondersteund door een relatief simpele, maar effectieve lichtshow en prachtige videobeelden, varierend van felle vlammen tot abstracte, warme rode vormen.
Ik zeg het niet snel, maar het optreden was uniek. Mijn eerste Sigur Ros-show, eind jaren negentig op Lowlands, staat in mijn top-tien van beste concerten tot nu toe. Dat stekje wordt vanaf nu ingenomen door de show in Paradiso. Zou zaterdag hetzelfde gebeuren met U2 in de Amsterdam Arena? De kans is klein, maar het zal snel hier te lezen zijn.